Veldgidsen Europa

Veldgids Orchideeën van Europa en het mediterrane gebied

Deze gids maakt de enorme variatie in de orchideeënfamilie toegankelijk voor iedere natuur- en plantenliefhebber. De gids bevat naast de inleidende hoofdstukken, bondige beschrijvingen van alle 300 taxa (soorten, ondersoorten en variëteiten) plus 70 natuurlijke hybriden, en meer dan 2000 schitterende foto’s en heldere verspreidingskaartjes.

Guide des Orchidées d’ Europe, d’ Afrique du Nord et du Proche-Orient 3e editie volledig herzien en bijgewerkt; Pierre Delforge; ISBN 2-603-01323-8

De eerste editie van deze bekende veldgids is van 1994. Omdat er in de orchideeënwereld veel veranderde op het vlak van naamgeving en nieuwe vondsten, kwam er in 2001 een herwerkte 2e editie. Deze werd ook in het Engels vertaald, maar die vertaling werd nooit onderschreven door de auteur omdat ze niet accuraat genoeg was.

Ter gelegenheid van het 120-jarig bestaan van de uitgever – Delachaux et Niestlé en omwille van een nieuwe aanvulling/uitbreiding kwam dan in 2005 een 3e uitgave die volledig up-to-date was gemaakt door Pierre Delforge. De reeks “Les guides du naturaliste” van Delachaux & Niestlé is ondertussen uitgegroeid tot een mooie reeks natuurboeken. Je zou het kunnen vergelijken met wat destijds Elsevier allemaal uitgaf.

Dit standaardwerk bevat 640 pagina’s, 1.270 kleurenfoto’s en meet 13 x 19,5 cm. Het behandelt meer dan 630 verschillende soorten en 55 variëteiten.Het is vermoedelijk de beste veldgids die er nu bestaat over Europese orchideeën.

Wat Pierre Delforge wel eens wordt verweten is dat hij een “splitter” is. Omdat hij een evolutief soortconcept volgt, is hij niet geneigd om te werken met ondersoorten, maar behandelt hij de meeste taxa op soortniveau. Sommige tegenstanders van deze werkwijze – de “lumpers” werken dan met hoofdsoorten en vele ondersoorten. Zoals vaak ligt de werkelijkheid waarschijnlijk in het midden en hoeft de lezer geen kamp te kiezen. Of een bepaald taxon nu op soortniveau of op ondersoortniveau wordt benoemd, maakt voor de orchideeënliefhebber in wezen niet zoveel uit. In beide gevallen wordt de plant als individu herkend en of je hem nu “A” of “B” noemt maakt dan niet zoveel uit. Het gaat er maar om of je collega je verstaat als je het over een bepaald taxon hebt.

Deze gids bevat ook een determinatiesleutel om alle taxa op naam te brengen. In het eerste deel wordt stilgestaan bij de anatomie, de verschillende bestuivingmechanismen van orchideeën en de laatste inzichten omtrent de taxonomie.De behandeling van elk taxon omhelst informatie over de etymologie, de synonymie, de variabiliteit, een gedetailleerde beschrijving, de bestuiver(s) indien bekend, habitat, fenologie en de verspreiding.

Ondertussen is deze populaire veldgids vertaald in het Engels. In 2006 verscheen hij bij de uitgever A.& C. Black en nu is deze gids ook verkrijgbaar in Amerika bij Timber Press. De Engelse versie heeft een harde kaft, telt 640 blz., meet 19 x 12,5 cm en bevat net zoals de Franstalige uitgave 1.270 illustraties. Het ISBN nummer van dit boek is 9780713675252 (ISBN 13). De Amerikaanse versie is ook een hardcover van 592 blz., meet ook 19 x 12,5 cm maar bevat slechts 1.070 illustraties. Het ISBN nummer is 0-881-92754-6. Blijkbaar zijn deze 2 Engelse versies niet gelijk ?

Orchideen Europas mit angrenzenden Gebieten

Helmut Baumann, Siegfried Künkele en Richard Lorenz; ISBN 3-8001-4162-0

Dit boek verscheen in het najaar van 2006 en werd uitgegeven door Verlag Eugen Ulmer in Stuttgart. Het boek telt 336 pagina’s, 639 kleurenfoto’s meet 13 x 19 cm en is uitgegeven als paperback wat de prijs drukt.

Het behandelt 454 verschillende soorten en ondersoorten. Van elk taxon geeft men informatie over de beschrijving, synonymie, bloeitijd, variabiliteit, voorkomen, verspreidingsgebied, bedreiging en hoe te onderscheiden van sterk verwante of gelijkende soorten. Er is ook een determinatiesleutel opgenomen.