Bestuiving

Om bestuivers over te halen stuifmeel van de ene naar de andere bloem te vervoeren hebben orchideeën verschillende strategieën ontwikkeld. Zo wordt als beloning soms nectar aangeboden of stuifmeel of een slaapplaats.

Veel orchideeënsoorten zijn bedriegers: ze lijken op voedselplanten in de omgeving maar hebben zelf geen nectar. Alleen onervaren bestuivers bezoeken deze soorten en dan vaak ook alleen maar aan het begin van de lente als er nog niet veel andere plantensoorten bloeien.


Bestuiving van de Grote Keverorchis (Listera ovata). Foto (c) Marco Klüber


Polliniën op kop van kever (Oedemera lurida) na bezoek aan bloem van de Moeraswespenorchis (Epipactis palustris). De kever zoekt stuifmeel als voedsel. Foto Günther Blaich


Wesp (Argogorytes mystaceus) tijdens schijnparing met de Vliegenorchis (Ophrys insectifera). Foto Günther Blaich

Ophrys bestuiving

De lip van een Ophrys-bloem imiteert een insect. Daartoe beschikt de lip vaak o.a. over glanzende delen en beharing. Bovendien verspreidt de bloem de specifieke geur (feromonen) van een insektenvrouwtje, vaak solitaire bijen. Er kunnen echter ook mannelijke wespen en zelfs kevers gelokt worden. 

Voor het goede insect lijkt de lip zeer veel op een vrouwtje. De beharing van de lip komt ook overeen met die van het vrouwtje en zorgt dat het mannetje in de goede positie op de lip plaatsneemt.

Het mannetje probeert dan met de bloem te paren (“pseudocopulatie”) en krijgt dan in de regel een of twee stuifmeelklompjes op het lijf geplakt. 

De relatie tussen bloem en bestuiver is meestal zeer specifiek: een bepaalde Ophrys-soort heeft dan maar één soort bestuiver.

Daarmee wordt voorkomen dat bestuiving tussen verschillende soorten voorkomt. Dat insekten zich wel eens vergissen bewijzen de vele kruisingen tussen Ophrys-soorten. 

Sommige soorten (zoals Ophrys holoserica) hebben verschillende bestuivers en ook komt het voor dat dezelfde bestuiver meerdere Ophrys-soorten bestuift. Zo bestuift Chalicodoma parietina in Zuid-Spanje Ophrys atlantica, in Italië Ophrys bertolonii en in Griekenland Ophrys ferrum-equinum . Omdat deze goed afgescheiden soorten in verschillende delen van Europa voorkomen, treedt geen vermenging op. 

Een Ophrys-bestuiving duurt kort en wordt slechts zelden waargenomen. De hierbij weergegeven foto’s zijn dus zeldzame opnamen. Zij zijn gemaakt en beschikbaar gesteld door Nicolas J. Vereecken, die onderzoek doet naar Ophrys-bestuiving.


Een voorbeeld van kop-bestuiving, waarbij het insect met de kop naar boven op de lip zit. De stuifmeelklompjes worden dan meestal op de kop geplakt, wat hier ook te zien is.

Colletes cunicularius mannetje op Ophrys arachntiiformis.Foto  N. J. Vereecken

Hieronder een voorbeeld van abdominale bestuiving. Hierbij zit het insect “omgekeerd” op de lip en worden de polliniën op het achterlijf geplaatst. We zien hierbij meestal dat de lichaamslengte van het insect niet op de lengte van de lip afgestemd hoeft te zijn, wat bij kop-bestuiving meestal wel het geval is.

Andrena flavipes mannetjes + Ophrys lupercalis. Foto  N. J. Vereecken